Paniekgevoelens bij proefwerken: welke trend zien we?
Onderzoek onder 303.272 scholieren laat zien dat veel scholieren paniekgevoelens ervaren voor proefwerken.
Uit onderzoek onder 303.272 havisten en vwo'ers blijkt dat veel scholieren paniekgevoelens ervaren voor proefwerken. Lees verder voor het uitgebreide resultaat van dit onderzoek!
Inleiding
Volgens het Nederlands Jeugdinstituut ervaart ongeveer 38% van de middelbare scholieren prestatiedruk door schoolwerk [1]. Opvallend is dat bijna de helft van de scholieren aangeeft deze druk vooral zichzelf op te leggen, terwijl een kwart zegt dat deze druk vanuit ouders komt [2]. Prestatiedruk hangt nauw samen met de mentale gezondheid van jongeren. Vooral bij meiden lijkt de toegenomen prestatiedruk een belangrijke factor te zijn in de verslechtering van hun mentale welzijn [3]. Daarom zijn we benieuwd hoe het ervaren van prestatiedruk door de tijd heen ontwikkeld is en of wij in onze data ook terugzien dat meer scholieren prestatiedruk ervaren. Dit doen we aan de hand van de antwoorden op de stelling ‘Ik kan vrij makkelijk in paniek raken voor moeilijke proefwerken’ .
Binnen de lesmethode van Qompas begeleiden we leerlingen bij het maken van hun profiel- en studiekeuze. Dit doen we aan de hand van een online lesmethode waarin scholieren antwoord zoeken op de vragen ‘Wie ben ik?’, ‘Wat wil ik?’, en ‘Wat kan ik?’. Met deze data doen we onderzoek naar de nieuwe generatie studiekiezers. Zo onderzoeken we of studiekiezers door de jaren heen zijn veranderd ten opzichte van eerdere generaties.
In de lesmethode vragen we derdeklassers of zij makkelijk in paniek raken voor moeilijke proefwerken. Is de toename in prestatiedruk ook te zien in onze data? Je leest het in het uitgebreide resultaat van dit onderzoek naar de volgende generatie studiekiezers.
Methode
De data in ons onderzoek gaan terug tot 2009. In deze analyse zijn de gegevens van 303.272 havisten en vwo’ers uit klas 3 meegenomen. Onze steekproef bestaat voor 47% uit mannen en voor 53% uit vrouwen en is dus representatief voor de algemene populatie havisten en vwo’ers [4].
De stelling ‘Ik kan vrij makkelijk in paniek raken voor moeilijke proefwerken’ wordt voorgelegd in de beroepstypetest. Deze test maken scholieren om uit te vinden wat hun competenties en valkuilen zijn. Scholieren beantwoorden deze stelling op een schaal van ‘zeer mee eens (++)’ tot ‘zeer mee oneens (--)’. Voor deze analyse voegen we de antwoorden van de scholieren die ‘++’ en ‘+’ antwoorden samen, om te bepalen welk percentage van de scholieren makkelijk in paniek raakt bij moeilijke proefwerken.
Resultaten
Gemiddeld ervaart, in 2024, bijna de helft van de scholieren paniekgevoelens bij moeilijke proefwerken, zie Figuur 1. Vrouwen geven vaker aan dat zij makkelijk in paniek raken voor moeilijke proefwerken (gemiddelde 59%) dan mannen (gemiddeld 34%). Mannen antwoorden op de vraag ‘Ik kan vrij makkelijk in paniek raken voor moeilijke proefwerken' vaker enigszins ontkennend (gemiddeld 48%). Er is slechts een kleine groep die zeer ontkennend antwoordt bij de mannen gemiddeld 19% en bij de vrouwen gemiddeld 8%.
Figuur 1 Mate waarin derdeklassers paniek ervaren bij moeilijke proefwerken naar geslacht en schoolniveau in 2024 (N = 26.951).
Door de jaren heen is het percentage scholieren dat makkelijk in paniek raakt bij moeilijke proefwerken sterk toegenomen. In 2009 ervaarde 27% van de scholieren paniek bij moeilijke proefwerken, zie Tabel 1. Dit is in 2024 toegenomen naar 47%, een toename van 20 procentpunt. Het percentage vrouwen dat makkelijk in paniek raakt voor moeilijke proefwerken is sterker toegenomen dan het percentage mannen dat paniekgevoelens ervaart bij proefwerken. Bij vrouwelijke havisten steeg het percentage scholieren dat makkelijk in paniek raakt voor moeilijke proefwerken met 23 procentpunt van 38% in 2009 naar 61% in 2024. Bij vrouwelijke vwo’ers steeg dit met 24 procentpunt van 33% in 2009 naar 57% in 2024. Bij de mannen stegen deze percentages iets minder sterk: onder mannelijke havisten steeg het percentage dat makkelijk in paniek raakt voor moeilijke proefwerken met 16 procentpunt van 19% in 2009 naar 35% in 2024. Dit patroon is ook onder vwo-mannen te zien: in 2009 gaf 18% aan dat zij vrij makkelijk in paniek raken voor moeilijke proefwerken dit stijgt met 15 procentpunt naar 33% in 2024.
Tabel 1 Toename in paniekgevoelens tussen 2009 en 2024 naar geslacht en schoolniveau.
Verder valt op dat in 2020 en 2021, tijdens de coronapandemie, de stijging in paniekgevoelens voor moeilijke proefwerken sterk toeneemt en een toppunt bereikt, zie Figuur 2. Voor de coronapandemie zien we dat het percentage scholieren dat paniekgevoelens ervaart voor moeilijk proefwerken geleidelijk toeneemt, per jaar met 1 of 2 procentpunt. Tijdens de coronapandemie neemt dit percentage in een jaar met 5 procentpunt toe waarna het percentage zich stabiliseert. Dit kan erop wijzen dat de coronatijd veel invloed heeft gehad op de paniekgevoelens bij lastige proefwerken van scholieren.
Figuur 2 Scholieren die het (zeer) eens zijn met de stelling: 'Ik kan vrij makkelijk in paniek raken voor moeilijke proefwerken'.
Conclusie
Uit onze analyse blijkt dat gemiddeld 48% van de havisten en 45% van de vwo’ers makkelijk in paniek raakt bij moeilijke proefwerken. Er is een duidelijk verschil te zien tussen mannen en vrouwen; het percentage vrouwen dat makkelijk in paniek raakt voor moeilijke proefwerken is hoger dan het percentage mannen. Dit zijn hoge cijfers waar aandacht aan besteed moet worden.
Onze resultaten sluiten aan bij de trend die we al lange tijd zien, namelijk dat prestatiedruk onder scholieren toeneemt [5]. Het is daarom belangrijk om te blijven onderzoeken waar deze druk door veroorzaakt wordt en uit te vinden hoe we de druk weg kunnen nemen bij deze jongeren. Zodat het trend die zich tijdens de coronapandemie heeft gestabiliseerd, zich weer herstelt.
Beperkingen
Hieronder bespreken we enkele beperkingen van dit onderzoek en de mogelijke gevolgen daarvan op de resultaten en conclusies.
Ten eerste bevat onze dataset alleen scholen die de Qompas LOB-lesmethode gebruiken. Dit kan leiden tot een vertekend beeld, omdat de landelijke verdeling van scholen niet exact overeenkomt met onze steekproef. Ook kan het type school dat werkt met de lesmethode afwijken van het representatieve beeld van alle Nederlandse middelbare scholen.
Ten tweede is dit deel van de Qompas lesmethode niet beschikbaar voor het vmbo. Dit onderzoek richt zich daarom alleen op havisten en vwo’ers. Voor een vollediger beeld van alle middelbare scholieren is aanvullend onderzoek nodig.
Tot slot is mentaal welzijn een onderwerp waardoor de jaren heen makkelijker over gepraat lijkt te worden. Dit kan invloed hebben op de data doordat studiekiezers er nu opener over zijn dan vroeger. Verder zijn dit self reported gegevens, waardoor er een risico bestaat op wenselijke antwoorden.
Bijlage
Tabel 2 Respons per jaar. De gemiddelde respons voor havisten ligt op 9.144 per jaar, voor vwo’ers op 10.626 per jaar.
Bronvermelding
[1] NJI, ‘Prestatiedruk: 'Neem signalen van jongeren serieus', 24-01-2024.
https://www.nji.nl/nieuws/prestatiedruk-neem-signalen-van-jongeren-serieus
(gebruikt op 10-04-2025).
[2] Netwerk Mediawijsheid, ‘Onderzoek: helft leerlingen ervaart prestatiedruk, telefoonverbod niet populair’ 23-05-2023.
https://netwerkmediawijsheid.nl/staat-van-de-leerling-prestatiedruk-op-school-onderzoek/
(gebruikt op 10-04-2025).
[3] Verwey Jonker Instituut, ‘Factsheet mentale gezondheid jongeren en studenten’ , maart 2025.
(gebruikt op 10-04-2025).
[4] CBS, ‘Vo; leerlingen, onderwijssoort in detail, leerjaar 23/24’, 07-03-2025. https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/85379NED/table?ts=1728997817016 (gebruikt op 10-04-2025).
[5] NJI, ‘Prestatiedruk: 'Neem signalen van jongeren serieus', 24-01-2024.
https://www.nji.nl/nieuws/prestatiedruk-neem-signalen-van-jongeren-serieus
(gebruikt op 10-04-2025).