Je krijgt lange lijsten met stellingen voorgelegd, die gaan over bepaald gedrag, meningen of ambities. Steeds vink jij aan in hoeverre de stelling op jou van toepassing is: ben je het 'eens' of 'oneens'? Vaak geef je een oordeel op een vijfpuntsschaal: van 'helemaal mee eens' tot 'helemaal mee oneens'.
Gedragsvragen kunnen heel specifiek zijn. Ze gaan over concrete situaties: hoe handel jij als probleem X zich voordoet? Andere stellingen zijn meningen: in hoeverre ben jij het eens met een bepaalde bewering? Ook wordt er vaak gevraagd naar ambities: wat motiveert jou in je werk?